Monkey forest en Pasar Ubud

15 oktober 2016 - Ubud, Indonesië

De eerste dag in Ubud en we lopen richting het apen bos. Eerst een flappentap bezoeken, want onze miljoenen zijn bijna op. Het is heerlijk om onszelf miljonair te noemen. Niet alle taps pikken onze pinpas en ook nu weigert één bank onze pas. Niet getreurd, er staan vier ATM’s op een rijtje. Een paar miljoen rhupias rijker lopen we verder en ontdekken sinds drie weken een echte supermarkt, food en non-food. We doen een vergelijkend warenonderzoeken en ja hoor de wijn is duur, gemiddeld zo’n 15 Euro per fles. Bali heeft een eigen wijn, Two Islands staat op de flessen. Deze wijn is goedkoper maar de vraag is hoe het smaakt. We durven het niet aan en shoppen al ‘kijken, kijken, niet kopen’ verder. Mijn interesse ligt in een loose fit broek en ik pak er één uit het rek. De maat is voor ranke slanke Bali vrouwen en teleurgesteld hang ik het gebatikte exemplaar terug in het rek. We lopen verder richting Monkey Forest, winkeltje in en winkeltje uit. De informatie die we zowel schriftelijk als mondeling kregen, bestaat uit een strikt advies om vooral dit bos niet te bezoeken, vanwege de graaiende en agressieve apen. Toch zijn we nieuwsgierig en even later bereiken we de loket waar we de toegangskaartjes kopen. Even verderop treffen we de eerste apen aan, het zijn langstaart makaken en eten gretig van de door toeristen aangereikte bananen. Een eindje verderop voel ik dat er iets trekt aan mijn tas. Op dat moment fotografeer ik en hoor ik Joost zeggen: “Pas op.” Te laat, een aap graait aan het blauwe Kipling aapje, dat aan mijn tasje hangt, en voordat ik iets kan doen zie ik de aap met zijn soortgenoot in pluche wegrennen. Ik schiet in de lach, ja zo raak je heel snel je spullen kwijt. Een gewaarschuwd mens telt voor twee en ik hou camera en mijn bril goed in de gaten en nog meer de apen. Monkey Forest is een soort van Apelheul dan zonder hekken. De apen kunnen als ze willen zo weg. Dat doen ze niet omdat ze goed te eten krijgen en ik mijmer dat de apen enorm veel plezier met ons mensen hebben. De apen springen op elke toerist die een banaan in z’n handen heeft en dat geeft de meest leuke situaties. Niet iedere toerist vindt het leuk en tja je bent nu eenmaal overgeleverd aan de aap. Op het terrein is een smalle kloof met een snel stromend riviertje. Het is er prachtig en koel. We zien daar bomen met prachtige wortels. De meest grote ficus benjamin zie ik daar. De naam is tegenstrijdig wat zo benjamin zijn de enorme struiken/bomen niet. Ik geniet van de apen, de meeste met een kleintje. Boven gekomen lopen we richting uitgang en vlak ervoor is een begraafplaats waar de mensen uit Ubud hun doden tijdelijk begraven. Eens per vijf jaar graven de mensen hun doden op en vindt er een massale crematie (op butaangas) plaats met natuurlijk de bijbehorende ceremonie.
Dan is het tijd voor een lunch en we eten met uitzicht op de sawa en een vijver met roze lotusplanten. Een heerlijke ochtend in Ubud. Later in de middag lopen we naar de markt een kwartier lopen in inmiddels een opgewarmde stad. Het zweet loopt langs mijn hoofd en ik zie druppeltjes parelen op Joost z’n kale hoofd. Veertien jaar geleden was ik even op de markt van Ubud en zag daar veel kruiden en specerijen, mooie rieten mandjes en prachtige kleden. Het was toen in de namiddag en de zon kleurden de aangeboden waar zacht geel en oranje. Naast de gebruikelijke souvenirs winkels treffen we ook spirituele winkels aan, yogalessen, healing en reading, massage en edelstenen. Ubud is het centrum van spiritualiteit en kunstnijverheid. Ook dit laatste komen we tegen, winkels met schilderijen, zilverwerk en houtsnijwerk. Na even zoeken lopen we de markt op en treffen daar kraampjes met alleen souvenirs. Elk kraampje biedt hetzelfde aan, sarongs, uit hout gesneden boeddha’s, goden/godinnen, loose fit broeken die ik niet pas, bloesjes, batik kleding, schalen, enz. Ik ben teleurgesteld en pas mijn herinnering aan. Ubud is commercieel geworden. Jammer. Het tegenovergestelde is en dat is een aanname, betekent de commerciële groei meer inkomsten voor de burgers. Moe en doorweekt van het zweet bereiken we weer ons hotel, waar we de koelte opzoeken van de airco in onze kamer. Hester en Joost