'Let it be'

18 oktober 2016 - Singapore, Singapore

Vandaag beleven we de restpuntjes van onze reis. Onze chauffeur haalt ons op en we rijden naar Kuta. Het is zoveel drukker dan veertien jaar terug. De chauffeur, een oude man met zijn haar opgerold in een knotje dat versierd is met een rood bloemtje, vertelt dat toen deze vierbaansweg bestond uit twee wegen en dat er veel bijgebouwd is. Ik herken weinig meer van Sanur en ook Kuta is nog drukker en hectischer dan toen. In een lange rij file, waar kennen we dat ook al weer van, oh ja, Bandung en Medan, rijden we Kuta in. Overgeleverd aan de rijstijl en de stratenboek kennis van de chauffeur draait hij de meeste bekende straat van de stad in, JL Legian. Hij mag niet parkeren en stopt bij een hotel. We hebben precies tien minuten en snel lopen we richting het monument. Voor mij een belangrijk moment, want ik was in Sanur ten tijde van de Bali bombing, 12 oktober 2002. Toen troostte ik een meisje, dat ontsnapt was aan de verschrikkingen van de explosies. Ik zie nog de namen die op een smalle balk onderaan de TV reportage voorbij kwamen. Het aantal namen groeide naarmate de dag na de bommen in tijd vorderde. Nu sta ik voor het monument en ik lees 202 namen van de slachtoffers. De tranen prikken achter mijn ogen en ik slik de opkomende emotie weg. Ik maak een buiging voor deze jonge mensen die zo dramatisch aan het einde van hun leven kwamen. Dan draaien we om en springen in de auto van de wachtende chauffeur.
Tanah Lot (Land in zee) is onze volgende bestemming. De zeetempel gebouwd op zwarte lava rotsen aan de rand van de kust. Bij vloed ligt deze pura in het water. De vorige keer dat ik er was, stond de tempel in de bamboe steigers en ik hoop deze nu in volle glorie te kunnen zien. Er is veel veranderd bij de tempel. Nu treffen we een groot parkeerterrein aan en we moeten entree betalen. Veel souvenirwinkels en warungs en na tien minuten bereiken we de tempel. Daar is Tanah Lot in volle glorie prijkend op haar rots wakend over Bali. In de 16e eeuw overnachtte een brahmaanse priester op deze rots en kwam onder de indruk van deze plek. Hij besloot er een tempel te bouwen en zo geschiedde.
Het is druk, veel Aziatische toeristen, en een enkele Europeaan. Helaas mogen we de tempel niet in, dat kan ook niet gezien de drukte en het kleine formaat van de tempel. Ik ben blij dat ik de pura weer zie en na een lekker koud bintang biertje rijden we naar de plek waar de Kecak dansvoorstelling plaatsvindt. Onderweg bezoeken we een grote Xenos, waar lokale souvenirs voor een habbekrats te koop zijn. Hmm, we betalen echt te veel!!! Graag wil ik een parapluutje zoals deze staan bij de tempels. Boven zien we al snel de gele, blauwe, zwarte wit geblokte en roze pluutjes. Helaas ze zijn te lang voor onze koffer. Een andere keer dan maar.
Een half uurtje wachten en dan komt de beloning. Op de dansvloer komen ongeveer 45 mannen op en gaan in lotushouding zitten op de grond. Een eentonig, repeterend “gekecak” klinkt uit hun monden. Een man valt op, hij geeft het ritme aan met een aparte keelklank, die diep vanuit zijn buik komt. Hij gebruikt zijn hele boven lijf om dit geluid te produceren. Het liefdesverhaal van Rama en Sinta komt voorbij en als hoogtepunt een trance. Een jongeman komt op en danst door het vuur die aangestoken is. Geweldig om te zien. Het is te veel nu om jullie hierover te vertellen. Misschien later….
Als afsluiting rijdt de chauffeur ons naar Jimbaran op het schiereiland Nusa Dua. We eten bij een visrestaurant, de beroemdste van dit schiereiland. Een magnifiek uitzicht op zee met een oorverdovende branding voor ons en een heerlijke schnapper (1kg) om te eten. Als slot komt een bandje aan tafel voor ons zingen. ‘Let it be’ van de Beatles. Even verdenk ik de zanger ervan dat hij deze song expres uitkiest. Een prachtige tekst gezongen door een jonge stem, die me wakker schudt. ‘Het is zoals het is en laat los, want wijze woorden komen altijd op tijd’.